Verzet in strafzaken

0 Comments

Verzet in strafzaken

Een man uit Mechelen diende zich recent te verantwoorden voor de correctionele rechtbank Mechelen wegens enkele winkeldiefstallen. K.J. liep reeds in januari 2020 een veroordeling op voor deze feiten, maar bleef afwezig tijdens de eigenlijke behandeling van zijn zaak. Reden van zijn afwezigheid: de man was stomdronken.

Op de dag van de zitting was K.J. wel degelijk naar de rechtbank afgezakt, alwaar hij de zittingsbode meedeelde dat hij zich niet goed voelde en een nieuwe datum van behandeling wenste. De man verliet hierop de rechtbank, dit met alle gevolgen van dien. K.J. liep in zijn afwezigheid een gevangenisstraf op van 8 maanden.

De man was niet akkoord met deze uitspraak en tekende verzet aan tegen zijn veroordeling. Het verzet in strafzaken is een rechtsmiddel, dat – mits correct toegepast – recht geeft op een nieuwe behandeling van de zaak voor dezelfde rechter. Het in afwezigheid van de veroordeelde uitgesproken vonnis (verstekvonnis) komt te vervallen, waarna een nieuwe uitspraak zal worden geveld ditmaal na actieve tussenkomst van de verzetdoende partij.

Waar het recht op verzet vroeger een evidentie leek te zijn, is dit op heden niet meer het geval. Met de wet van 5 februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie, beter gekend als de ‘Potpourri II-Wet’, werd de verzetsprocedure aan een aantal bijkomende voorwaarden onderworpen.

Wie afwezig blijft bij de behandeling van zijn zaak, zal sinds deze wetwijziging slechts in een beperkt aantal gevallen kunnen opkomen tegen de opgelopen veroordeling.

Had u kennis van de dagvaarding?

Wie kennis had van de initiële dagvaarding zal slechts succesvol verzet kunnen aantekenen wanneer er sprake is van overmacht of een wettige reden van verschoning. De afwezigheid dient dus te worden gerechtvaardigd. In tegenstelling tot het gekende begrip overmacht, bestaat er heel wat onduidelijkheid over de notie ‘wettige reden van verschoning’ en de concrete invulling ervan.

De wetgever behield het stilzwijgen wat dit betreft. Het Hof van Cassatie trachtte in 2017 meer duidelijkheid te bieden, door het begrip in te vullen als volgt:

“Elke ter verklaring van afwezigheid aangevoerde omstandigheid waarvoor enig begrip kan worden opgebracht en zonder dat de verstekdoende partij een fout of nalatigheid kan worden verweten.”

In 2018 werd dit verder verfijnd, stellende dat:

“Het begrip wettige reden van verschoning die gevallen omvat die geen overmacht uitmaken en waarin de verzetdoende partij kennis had van de dagvaarding, maar een reden aanvoert waaruit blijkt dat haar afwezigheid niet was ingegeven door de wens afstand te doen van haar recht te verschijnen en zich te verdedigen, noch om zich te onttrekken aan het gerecht.”

De afstand of de wil om zich te onttrekken aan het gerecht mag volgens het Hof van Cassatie worden afgeleid uit het feit dat de partij zonder redelijke verantwoording afwezig was op de zitting waarvoor zij rechtsgeldig opgeroepen was én voldoende de gevolgen kon inschatten van haar beslissing om afwezig te blijven.

Wordt de afwezigheid op de initiële behandeling van de zaak niet gerechtvaardigd door overmacht of een wettige reden van verschoning, dan wordt het verzet ongedaan verklaard. In dit geval volgt er geen nieuwe behandeling van de zaak en zal het oorspronkelijke vonnis onverkort van kracht blijven.

Dronkenschap als wettige reden van verschoning?

Mtr. GYSBRECHTS stond K.J. bij in zijn verzetprocedure voor de correctionele rechtbank Mechelen. Het openbaar ministerie was van mening dat het verzet als ongedaan diende te worden beschouwd, nu K.J. duidelijk kennis had van de dagvaarding en er geen geldige reden van afwezigheid voorhanden was. Het was K.J. die zichzelf in een staat van dronkenschap bracht, wat een fout uitmaakt die enkel zichzelf kon worden verweten.

Mtr. GYSBRECHTS nuanceerde dit door te wijzen op de ernstige alcoholproblematiek in hoofde van de man:

“M.J. kwam inderdaad ter plaatse op de dag van de zitting, stomdronken, mompelde tegen de zittingsbode dat hij zich niet goed voelde en vroeg of zijn zaak niet op een later tijdstip kon worden behandeld. De zittingsbode informeerde hem over de mogelijkheid om uitstel te vragen aan de rechtbank, waarna cliënt dacht dat dit geregeld was en hij op een later moment kon terugkeren.
Was het gemakzuchtig om zo te denken? Uiteraard. Wat evenwel van belang is, is het gegeven dat K.J. destijds leed aan een zeer zware alcoholproblematiek. Zijn problematiek maakte het voor K.J. absoluut onmogelijk om op dat ogenblik de gevolgen van zijn afwezigheid voldoende te kunnen inschatten. M.J. had absoluut niet de intentie om afstand te doen van zijn recht om te verschijnen, om afstand te doen van het recht zich te verdedigen. De man had geen enkele intentie om zich te onttrekken aan het gerecht, anders was hij niet ter plaatse gekomen.”

Lees de krantenartikels over de zaak hier:

 

0

About Veronique

    You May Also Like

    Leave a Reply

    Your email address will not be published. Required fields are marked *